AMSTERDAM – Veertig jaar na de start van de Amsterdamse Optiebeurs zijn opties nog altijd vooral een mannending. Volgens gegevens van onlinebroker BinckBank zijn de meeste actieve beleggers sowieso mannen, maar bij opties lopen de sekseverhoudingen helemaal uiteen. Ongeveer een op de acht beleggende klanten van Binck is vrouw, maar bij de optiebeleggers gaat het slechts om een op de twaalf.Opties behoren tot de meest populaire soorten beleggingen, samen met aandelen. Bij een optie koop je het recht om binnen een afgesproken periode iets te kopen of verkopen voor een vastgestelde prijs. Beleggers gebruiken dit vooral om handig in te spelen op koersdalingen en -stijgingen. Ook zien veel mensen op de beurs opties als een instrument om risico’s af te dekken.
In algemene zin bestaan opties al honderden, zo niet duizenden jaren. Tijdens de tulpenmanie in de zeventiende eeuw was bijvoorbeeld al sprake van een levendige handel in opties en termijncontracten. Maar het duurde uiteindelijk tot 1973 voordat de optiehandel zoals we die nu kennen van start ging op de Chicago Board of Options Exchange (CBOE). Amsterdam had vijf jaar later, op 4 april 1978, de Europese primeur.
De Amsterdamse Optiebeurs zat aanvankelijk in de Beurs van Berlage. In 1987 verhuisde deze naar een groter eigen pand aan het Rokin, om vervolgens in 1997 te fuseren met de effectenbeurs tot Amsterdam Exchanges. Een jaar later volgde de overgang naar de beurszaal op Beursplein 5. Amsterdam Exchanges ging in 2000 op in het internationale beursbedrijf Euronext.