Vraag niet hoe het kan op de beurs
Vraag niet hoe het kan op de beurs!
Amsterdam, 10 februari 2015
Op de beurs heb je 2 componenten die de koers bepalen. Allereerst de theoretische waardebepaling. Met behulp van fundamentele ratio’s kun je vaststellen wat een realistische prijs is voor een aandeel. Factoren die hierbij een rol spelen zijn bijvoorbeeld winst, omzetgroei, eigen vermogen/schuld en sector gemiddelden. De tweede component is lastiger: sentiment. Feitelijk de balans tussen vraag en aanbod. Zijn er veel verkopers, dan drukt dit de koersen en is het sentiment negatief. Hierdoor kan het gebeuren dat aandelen die er fundamenteel heel goed bij liggen ineens aantrekkelijk gewaardeerd zijn. Er is dan wellicht sprake van onderwaardering. Als belegger probeer je uiteraard deze aandelen te selecteren, omdat die op termijn het meest kansrijk zijn. 2003 en 2009 zijn goede voorbeelden van dit soort ‘stress situaties’, waarbij aandelen ondergewaardeerd zijn.
Maar, momenteel is het sentiment juist positief. De kopers zijn duidelijk in de meerderheid en dankzij de toestroom van nieuw kapitaal zien we stijgende koersen. Achterliggende reden is de ingrepen van de Europese Centrale Bank. Doordat zij maandelijks €60 miljard aan staatsobligaties opkopen zijn de rentes nog verder gedaald. Obligaties en liquiditeiten leveren vrijwel niets meer op. Hierdoor zijn beleggers gedwongen hun heil elders te zoeken. 2,5% dividendrendement lijkt nu ineens wel erg veel en beleggers zijn vandaag de dag bereid een hogere prijs te betalen voor aandelen die 4 weken geleden nog 10 procent minder kostten. Het sentiment drijft de prijzen op. Misschien wel meer dan gerechtvaardigd. Dat is ook een veelgehoorde klacht richting de ECB. Die wil kunstmatig groei creëren door enorme hoeveelheden geld in de markt te pompen. Je kunt je daar boos overmaken en het onrechtvaardig vinden, maar dat is wat mij betreft zinloos. Mijn devies luidt dan ook: vraag niet hoe het kan, maar profiteer er van. Voor zo lang het positieve sentiment aanhoudt uiteraard.
Een bijdrage van Jim Tehupuring